Wednesday, August 15, 2012 0 comments

Review: Crescendo/Dwalen - Becca Fitzpatrick [NL&ENG]

 (English one is below)

NL versie


Review Dwalen – Becca Fitzpatrick

Na het eerste boek te hebben gelezen, besloot ik gelijk de twee opvolgende delen aan te schaffen. Ik was onder de indruk van het verhaal uit het eerste boek en bedacht dat de twee vervolgen die nu al uit zijn me dan waarschijnlijk ook rijkelijk zouden vermaken.

Dwalen, het vervolg van Drift, gaat gelijk verder waar Drift was gestopt. Nora en Patch zijn samen gelukkig, een paar weken. Ze gaan naar het strand, zoenen op meerdere plekken en alles lijkt fantastisch te zijn. Maar door een aantal gebeurtenissen staat de relatie van Nora en Patch op zijn kop en moet Nora ervoor vechten. Ook komt ze in dit boek meer te weten over haar overleden vader en zal ze keuzes moeten maken die haar leven en dat van haar vrienden op het spel zet.
Tot zover een korte samenvatting. Nu mijn mening.

Het verhaal begint eigenlijk gelijk al bij Nora die meer wil van Patch. Tijdens het zoenen wil ze ineens weten of hij van haar houdt, maar dat kan/mag/wil hij niet zeggen. Om die reden maakt ze het maar gelijk uit. Alsof dat een logische reden is om je relatie uit te maken. Vooral als je bedenkt dat Patch in het vorige boek haar leven heeft gered, terwijl hij haar voor zijn eigen gewin eigenlijk dood wilde hebben, maar het niet deed omdat hij verliefd op haar was. Alsof dat niet een valide reden is om te geloven dat iemand van je houdt. Nee, als die persoon het niet wil zeggen, houdt hij per definitie niet van je, of zo. Ik vond het onzinnig.
Nora gaat vervolgens het hele boek lang zeuren over haar spijt dat ze het heeft uitgemaakt, maar als ze Patch tegenkomt en meerdere kansen krijgt om het goed te maken, weigert ze dat om één of andere bizarre reden, zoals haar koppigheid, zijn leugens en andere dingen die ze opeens bedenkt. Om vervolgens weer terug te gaan naar zielig alleen pruilen over haar beslissing.

Ook vind ik dat, als Nora en Patch bij elkaar zijn en gesprekken hebben, Nora’s reacties heel dom overkomen. Ze verandert constant van gedachte. Eerst wil ze hem, dan wil ze hem niet, eerst houdt ze van hem, dan weer niet en ondertussen is Patch nog steeds pikant en toch niet te vertrouwen. Nora is onstabiel, zeurderig en niet erg slim, Patch is cool, sexy en houdt schijnbaar heel erg van Nora (ondanks dat ze dat zelf niet doorheeft) en dan vraag ik me af waarom. Ze passen niet echt goed bij elkaar.

Dit boek is geen goed voorbeeld voor jonge tienermeisjes. Nora steelt, breekt welgeteld drie huizen in, noemt andere meisjes “sletten” en doet alsof haar leven instort omdat Patch er niet meer is. Ik snap dat het spannend is om zoiets te schrijven, maar als je een Young-Adult doelgroep voor ogen hebt als je een boek wilt uitgeven, is het ook de bedoeling dat je een goed voorbeeld neerzet. Becca heeft hier naar mijn idee geen rekening mee gehouden.

Ondanks dat ik het jammer vond dat het halve boek bestond uit gezeik over een verloren liefde, vond ik het verhaal erachter wel leuk en de bijpersonages waren geweldig. Zo is Vee, de vriendin van Nora, erg fout en grappig en krijgt ze zelfs een relatie. Het zijn die momenten met Vee die het boek spannend en leuk maken.
Ook komt er een nieuwe jongen in voor genaamd Scott, een oude bekende van Nora. Helaas gebruikt Becca deze jongen als een soort Edward-Bella-Jacob verhouding, want Nora gebruikt Scott om Patch jaloers te maken, zodat ze hem weer terug kan winnen. Wat natuurlijk ook absoluut niet logisch is, aangezien ze het zelf heeft uitgemaakt en elke goedmaakpoging van Patch ondermijnt.

Iets dat overigens wel goed gedaan is, zijn de sensuele en romantische ontmoetingen die Nora en Patch hebben op het moment dat Patch haar probeert terug te winnen. Ondanks dat het pas aan het einde goed komt, vind ik dat de beschrijvingen van hun liefdesverhouding prikkelend zijn geschreven, maar dat komt voornamelijk door Patch.
Het zijn vooral die momenten en de gesprekken met Vee die dit boek overeind hebben gehouden. Overigens heeft de schrijfster wederom in dit boek teveel slechteriken gebruikt, maar ik vind dat het in dit boek wel goed uit de verf kwam. Dwalen lijkt in meerdere opzichten sprekend op Drift, was het niet dat Nora en Patch uit elkaar zijn gedurende driekwart van het boek.

Aan het einde komt voor je gevoel alles op zijn plek, maar dan gooit Becca er een bom van een plottwist bovenop en laat je in spanning achter. Ze stopt het verhaal namelijk abrupt, middenin een onthulling. Waarschijnlijk zodat ze er zeker van kan zijn dat het volgende boek, Dromen (Silence), ook daadwerkelijk verkoopt. Een slimme verkooptruc, maar smakeloos. Al heb ik hem wel aangeschaft, omdat ik de twee boeken tegelijk heb gekocht, nadat ik Drift (Hush, Hush) had uitgelezen.

Al met al vind ik Dwalen een minder goed boek dan het eerste, maar het heeft zeker wel verbeterde gesprekken tussen Nora en Vee en een verbetert plot (slechteriken beter uitgewerkt en geloofwaardiger). Ik vond het moeilijk om doorheen te ploegen, omdat ik niet zo houd van zeurderige hoofdpersonen, maar Patch en de spannende momenten tussen het gezeur in, maakte het weer goed. De laatste scène heeft mij zeker overgehaald om het vervolg te gaan lezen!

Sterren: 3/5

Gratis verzenden vanaf €50,- besteding! Dwalen is nu te koop bij: www.bruna.nl

Een review van Hush, Hush/Drift (boek 1) van de gelijknamige auteur is hier te vinden: Hush, Hush/Drift - Becca Fitzpatrick [NL&ENG]
Of lees anders de review van Silence/Dromen (boek 3), ook van Becca Fitzpatrick:
Silence/Dromen - Becca Fitzpatrick [NL&ENG]
Ook het laatste boek in de reeks, Finale (boek 4), heeft een review gekregen: Finale - Becca Fitzpatrick [NL&ENG]


ENG Version 


Also posted on Goodreads: http://www.goodreads.com/review/show/381108670 

Review Crescendo – Becca Fitzpatrick

After reading the first book, I immediately decided to buy the second and third book in the soon to be Quadrilogy. I was impressed with the story from the first book and thought the two sequels would likely amuse me as much.

Crescendo, the sequel to Hush, Hush, continues where Hush, Hush had stopped. Nora and Patch are happy together, for a few weeks. They go to the beach, make out at multiple locations and everything seems perfect. But because of certain events the relationship between Nora and Patch begins to crumble and Nora will have to fight for it. In this book Nora learns more about her departed father and she’ll have to make choices that put her life and that of her friends at risk.
This was my brief summary, now onto my opinion.

This story almost immediately begins with Nora who wants more than just kisses from Patch. During a smooching scene she suddenly wants to know if he loves her, but Patch can’t/won’t say that. So for that reason Nora just breaks up with him. As if that is a logical reason to break up. Especially if you consider that, in the previous book, Patch saved her life. Even if he actually wanted her dead for his own gain, he didn’t, because he was in love with her. So if that’s not a valid reason to believe someone loves you, I don’t know what is. But no, if that person doesn’t actually say the words “I LOVE YOU” then that means that, per definition, they don’t love you. Or something. Yeah, whatever.
Nora then nags and whines. This is all she does for about three quarters of the book. She whines about her decision to break up with Patch, she whines that she misses him, she whines about everything. But when she actually does see Patch and has a chance to say sorry, she refuses and the only reason for it is because she’s too stubborn to admit she was wrong. And then, when he’s gone (he comes back multiple times, just for her), she goes back to sulking. Really?

More so I think Nora’s reactions during the times she is with Patch are really dumb. She is like I want you, but I don’t want you, I love you, but I hate you, yadadayada, whilst Patch is hot as ever yet very unreliable. Nora is unstable, whiny and not very witty, Patch is cool, sexy and apparently loves Nora a lot (although she doesn’t realize) and I wonder why. They don’t match very well.

This book is not a good example for teenage girls. Nora steals, breaks into three houses, calls other girls “Sluts” and pretends her life is crashing down because Patch is not around. I get that, as an author, it’s exciting to write about these things, but if your target audience is teenagers, you should really think about giving good examples to this self-exploring group. Becca has, in my opinion, not really thought about this.

Even though I disliked it that more than half of this book was about whining over a lost love, I did like the story behind it and the extra characters. For instance, Vee (the best friend of Nora, is really bad in a cute way and funny and she even gets a relationship. It’s those moments with Vee that make this book exciting and fun.
There’s also a new guy called Scott, an old acquaintance of Nora. Unfortunately, Becca uses this boy as some sort of Edward-Bella-Jacob relationship, because Nora uses Scott to make Patch jealous, so she can win him back. And that is, of course, very logical (not), if you consider that Nora broke up her relationship with Patch herself and that she undermines all of Patch’s attempts to make up.

Something that was brilliantly done though was the sensual and romantic meetings between Nora and Patch and the moments Patch tries to win Nora back. Even though they only come back together at the end of the novel, I still believe the writer did an amazing job describing the encounters between the two loved ones. They are simply exhilarating, but that's mostly due to Patch. However, the moments between Nora en Vee and their conversations are what kept this book alive.
Becca also used a lot of bad guys in Crescendo, just as she did in Hush, Hush, but I think she made them realistic this time. The writing was much better. Crescendo reads a lot like Hush, Hush, with the only exception that Nora and Patch aren’t together anymore for three quarters of the book.

At the end of the book, it feels like the story is finally ending, only to have Becca throw a huge bomb of a twist on top of the story, leaving you behind with mixed feelings. This is because she stops the story abruptly, in the midst of a revelation. This is most likely because she wants the next book, Silence, to sell. A smart marketing trick, but tacky.
But I did actually buy the book, only this was because I bought the two sequels to Hush, Hush as a package, so I had no idea what was coming for me.

To conclude my rambling, I think Crescendo is not much better than the first book (Hush, Hush), but it certainly does have better conversations between the characters and a better storyline (the bad guys are much more realistic). I found it hard to go through all of Nora’s mumbling about Patch and her whining often got on my nerves, but I think the romantic/sensual moments with Patch and the exciting thrills in between all the nagging made the story OK. The last scene in the book definitely persuaded me to read the sequel, but that’s also because I already had bought the book anyway, so MEH. Why not?

Stars: 3/5

You can find a review of Hush, Hush (book 1) by Becca Fitzpatrick here: Hush, Hush/Drift - Becca Fitzpatrick [NL&ENG]
Or take a look at the review of Silence (book 3): Silence/Dromen - Becca Fitzpatrick [NL&ENG]
The last book in the saga, Finale (book 4), also received a review: Finale - Becca Fitzpatrick [NL&ENG]

Tuesday, July 31, 2012 0 comments

Review: Hush, Hush/Drift - Becca Fitzpatrick [NL&ENG]

(English one is below)

NL versie


Review Drift – Becca Fitzpatrick

Nadat dit boek me werd aangeraden en ik een paar meningen had gehoord, nam ik het besluit dit boek aan te schaffen. Ik was benieuwd naar het verhaal, mede doordat de lezers zo van mening verschillen en ik me afvroeg wat ik er zelf van zou vinden. Ik ben er met een neutrale blik ingestapt en ik moet eerlijk bekennen dat ik er toch prettig verrast door was.

Drift gaat over een zestienjarig meisje genaamd Nora Grey dat opeens een nieuwe klasgenoot krijgt genaamd Patch. Ze vindt hem eng en irritant, maar moet helaas een project met hem doen en zit daarom met hem opgescheept. Patch blijkt echter veel over Nora te weten, dingen die een buitenstaander nooit zou kunnen weten, wat raar is. Bovendien komt Nora hem overal tegen en gebeuren er mysterieuze dingen om haar heen. Ze weet dat Patch er iets mee te maken heeft, maar weet niet wat. Nora maakt spannende en griezelige dingen mee in het verhaal en weet ook niet of ze Patch wel kan vertrouwen.

Allereerst moet ik zeggen dat ik het boek een erg lelijke cover vond hebben in het Nederlands. Ik heb in mijn leven vrijwel nooit zo’n afschuwelijke cover gezien en het frappante eraan is ook dat Nederland het enige land is dat de cover van het oorspronkelijke boek niet heeft overgenomen. De Nederlandse cover is niet om aan te zien (zie plaatje hiernaast). Om die reden heb ik dus ook het boek in het Engels aangeschaft. Een mooie bijkomstigheid is dat ik daarmee ook gelijk mijn Engelse leesvaardigheid verbeter. Ik moet eerlijk zeggen dat ik er twijfelend mee begon, maar ik kon mezelf algauw helemaal verliezen in het boek.

Het boek begint al gelijk met de introductie van Patch en de frictie tussen hem en Nora. Vanaf het begin is het al duidelijk dat Patch wel heel erg geïnteresseerd is in Nora. De schrijfster heeft Patch consequent gehouden en dat valt te merken. Dit kan echter niet gezegd worden over Nora. Nora is in het begin namelijk afstandelijk tegen Patch, sterker nog, ze vindt hem verschrikkelijk. Ik snap dat dit een houding kan zijn, maar opeens, ergens halverwege het boek, verandert deze houding naar pure lust en verliefdheid. Dit is wel een heel plotselinge overgang en nergens kun je merken dat Nora ook maar enigszins geïnteresseerd in hem is, behalve na dat ene punt.

Daarnaast vind ik het jammer dat de schrijfster meerdere “slechteriken” in haar boek heeft gestopt. Het is net alsof ze extra invulling zocht en daarom maar een aantal “slechte” personen erin heeft gemieterd om het verhaal aan te dikken. Ik vind het afdoen aan het algehele verhaal, ze had beter één slechterik kunnen kiezen en het daarbij houden, voor één boek dan. Nora verdenkt namelijk ook iedereen in haar omgeving en dat komt nogal onrealistisch over. Een echt mens in deze wereld verdenkt namelijk niet elk persoon van moord of achtervolging, het lijkt een beetje paranoïde.

Wat wel een pluspunt was, is de zinderende beschrijvingen van de liefde tussen de twee hoofdpersonen. De vonken spatte letterlijk van de pagina’s af en het ging er af en toe heet aan toe. Wat dat betreft een zeer geslaagde romance beschrijving.

De actie is ook gedetailleerd en laat je echt op het puntje van je stoel zitten. Wanneer ik het boek per se moest wegleggen om iets anders te doen, bleef het maar in mijn hoofd rondspoken. Ik moest het gewoon lezen.

Becca Fitzpatrick neemt je echt mee in het verhaal en is er ook in geslaagd om je op een verkeerd pad te zetten m.b.t. de daders. Hoewel er wat schoonheidsfoutjes in zitten, vind ik dit boek toch een topper en ik ga zeker de volgende delen ook lezen!

Sterren: 4/5

Bestel voor 16.00u, morgen in huis! Drift is nu te koop bij bruna: www.bruna.nl

Een review van Crescendo/Dwalen (boek 2) van de gelijknamige auteur is hier te vinden: Crescendo/Dwalen - Becca Fitzpatrick [NL&ENG]
Of lees anders de review van Silence/Dromen (boek 3), ook van Becca Fitzpatrick:
Silence/Dromen - Becca Fitzpatrick [NL&ENG]
 Ook het laatste boek in de reeks, Finale (boek 4), heeft een review gekregen: Finale - Becca Fitzpatrick [NL&ENG]

ENG version


Also posted on Goodreads: http://www.goodreads.com/review/show/372033686

Review Hush, Hush – Becca Fitzpatrick

This book was recommended to me and after I had sifted through a few opinions online, I took the decision to buy this book. I was curious to find out about the story, knowing that other readers had such different opinions about it and I was wondering what I myself would think about it. I started reading from a neutral stance and after finishing it I have to say that I found it surprisingly good.

Hush, Hush is about a sixteen year old girl named Nora Grey who suddenly gets a new classmate called Patch. She thinks he’s irritating and scary, but unfortunately she has to do a biology project with him and is therefore stuck with him. Patch, however, seems to know a lot about Nora, things any outsider could not know, which is strange. And what’s even more strange is that Nora seems to run into Patch everywhere she goes. Mysterious stuff is suddenly happening all around her. She knows Patch is involved, but can’t figure out why. Nora experiences exciting and crazy things after she met Patch and doesn’t know if she can trust him.

First off, I have to say I thought the Dutch cover of this book was appalling. In all my life I have almost never seen such a horrendous cover and the weird thing about it is that the Netherlands is the only country that changed the cover for this book. It just looks ridiculous. So for that reason I bought the book in English. A convenience is that I can improve my English reading skills with it. Although I have to say I didn’t know if it was a good idea, eventually, when reading, I realized it was much easier than I thought and soon I was drifting away into Hush, Hush.

The book almost immediately begins with an introduction to Patch and the friction between Nora and him. From the beginning on it is clear that Patch is at the least very interested in Nora. You can really notice that the writer made Patch a consistent character. However, I can’t say the same about Nora. At the beginning, Nora is very detached from Patch, she honestly hates him. This is plausible, but then somewhere in the middle of the book she suddenly changes her stance and is absolutely falling in love with him for no apparent reason other than swooning. First she hates him and now she’s in love with him? This change is too sudden and nowhere is it noticeable that Nora even so much as likes him, let alone loves him. But suddenly, after one point in the story, she just falls in love. Now that’s a bit too unbelievable.

I also find it a pity that the writer had to invent a couple of bad guys just for the sake of it. It’s like she was searching for extra filling and just made up some bad guys just to thicken the story. I think it makes the book less than what it could have been. The book would have been better with just one bad guy, atleast for this first book in the series. It’s because Nora also suspects everyone in her vicinity of having committed some awful or unspeakable crime and it really comes across unnatural. A real human in the real world would not suspect everyone around him of murder and it almost seems like Nora was made to look a bit paranoid.

What I do find nice about this book was the electrifying description of love between the two lead characters, because once it started, oh boy, it was good. The sparks literally flew off the pages and it got hot. Looked like a good romance, once it started and my eyes were locked on the pages looking for more.

The action is also detailed and puts you on the edge of your seat. When I had to put the book down to do something else, there wasn’t a moment when the book wasn’t on my mind. I just had to read it.

Becca Fitzpatrick really takes you away in her story. She really made an effort to put you off the track. Even though it has some minor errors, I think this book is really good and I sure am going to read the sequels!

Stars: 4/5

You can find a review of Crescendo (book 2) by Becca Fitzpatrick here: Crescendo/Dwalen - Becca Fitzpatrick [NL&ENG]
Or take a look at the review of Silence (book 3): Silence/Dromen - Becca Fitzpatrick [NL&ENG]
The last book in the saga, Finale (book 4), also received a review: Finale - Becca Fitzpatrick [NL&ENG]

Saturday, July 7, 2012 0 comments

Amazing ideas stem from little seeds

It's so strange to think that my idea for the entire book series I am writing is based on three songs. And not just any songs. The combination of the three might surprise you. Who would have thought Katy Perry's E.T. would trigger the amazing story in my head? Not to mention Undisclosed Desires by Muse. I wonder if anyone could possible think what might be in my head when writing this book that's based on the absurdity of those songs. It's almost unfathomable how much I've created based on those two songs. It was like a little seed they planted in my brain that grew out of control into this big garden of interesting scenes and mysterious places. And then there is A dream within a dream, by Hans Zimmer, who gave me the idea to make my book dark and gloomy. Yes I have much to thank to these awesome musicians. I hope that one day, when I find my book in the shelves of any local bookstore, I may thank these wonderful people for the inspiration they gave me to fulfill my dream of being a published writer.
Tuesday, July 3, 2012 0 comments

Kort Verhaal: Kwaad verdelgt kwaad [Dutch]

Kwaad verdelgt kwaad


Nu

Het eerste dat ik hoor is een piep. Ik bevind me in het rijk tussen dromenland en wakker zijn, waar ik me niet kan bewegen. Nog een piep. Ergens dichtbij me hoor ik vaag een aantal stemmen, maar ik kan niet uitmaken wat ze zeggen. Weer een piep. Het is monotoon en herhaalt zich om de zoveel seconden.
Met veel moeite krijg ik mijn ogen open. Mijn zicht wordt belemmerd door vage zwarte en witte strepen, waardoor ik de mensen om me heen niet kan zien. Ik lig op mijn rug op een zacht bed. Uit mijn mond komt een krassend geluid voort, in plaats van de woorden die ik wil spreken. Waar ben ik? Hoe lang lig ik hier al? Maar als de mensen praten, kan ik ze niet verstaan.
Het doet pijn. Mijn hele lichaam voelt bont en blauw aan en ik ben zo moe. Slapen kan ik echter niet. Iets in me schreeuwt moord en brand dat het eruit wil, maar ik weet niet wat. Mijn stem en nog iets dat ik niet kan plaatsen ben ik kwijt geraakt. Als ik hier zo lig, beginnen de herinneringen langzaam weer terug te sijpelen in mijn geheugen.

Ervoor

‘Houd je waffel en pers!’ roept de vrouw gekleed in een witte jurk.
Ik span mijn spieren zo hard mogelijk aan, er ontsnapt een gil uit mijn strot, en adem daarna briesend als een paard uit. Helse pijn. Meer dan dat kan ik niet voelen in deze vochtige smerige grot die zij een kelder noemt.
Mijn handen zijn apart geketend aan twee buizen die uit de grond steken. Telkens als ik druk dreig ik ten onder te gaan aan de meedogenloze vermoeidheid. Maar ik geef niet op.
‘Pers!’ roept de vrouw nogmaals. Ik wil het liefst mijn vingers om haar hals knellen en haar fijnknijpen. Ik pers zo hard dat ik er van ga schreeuwen, al weet ik dat niemand anders dan wij twee mij zullen horen.
Zweet loopt over mijn hoofd en druppelt op de grond. Wat een afschuwelijke plek is dit, deze donkere holte, enkel verlicht door een kleine gloeilamp drie meter boven ons. Geen lucht en geen zonlicht treden hier binnen. Ik ben halfnaakt en uitgeput en wordt zo meteen bestolen van mijn enige vreugde.
Nog eenmaal druk ik en schreeuw ik mijn longen uit mijn lijf en dan zie ik een halve glimlach op het gezicht van de verschrikkelijke vrouw verschijnen. In haar handen houdt ze tussen mijn benen een lap stof vast. Als ik omhoog kijk zie ik vaag de omtrekken van een soepel roze lichaampje bedekt met bloedvlekken en huidsmeer.
‘Het is een jongetje!’ roept de vrouw hysterisch, alsof het van haar is.
Ze knipt met een schaar de streng door en klemt hem af met een wasknijper. De lap stof wikkelt ze om hem heen. Dan staat ze op en loopt ze richting de deur. Ze werpt nog een dodelijke blik naar me voor ze hem opent en weer dichtslaat achter zich en mij hier alleen laat in deze zompige ruimte.
‘Nee!’ krijs ik, maar ze komt niet terug.
Ik ben zo moe. Al die tijd dat ik hier gevangen heb gezeten voor één ding. Die tijd is nu voorbij. Ze heeft hem. En nu laat ze me hier voor mijn lot achter.
Verwoed ruk ik aan de kettingen die mijn handen knevelen. Iets in me wil dat ik vecht voor mijn leven. Vecht voor het leven van mijn pasgeboren zoon.
Mijn polsen zijn dun en waar ik vastgebonden zit zitten etteren mijn ontstekingen erop los. Met veel pijn en moeite wring ik mijn polsen door de dunne gaten in de ijzeren boeien. Ik ben zo mager geworden door het gebrek aan eten, dat ik mezelf nu eindelijk uit mijn gruwelijke gevangenis kan bevrijden. Hier, de plek waar ik zes maanden heb vastgezeten zodat mijn lichaam kon dienen als een incubator.
Ik wankel naar de deur en sla hem open. Een ondergrondse garage is het eerste dat ik zie. Hoe ze me hier al die tijd geheim heeft kunnen houden is een raadsel. Als ik voor me kijk zie ik net haar auto, die wegrijdt door de poorten richting de buitenwereld.
Strijd. Dat is wat ik lever om mijn kind. Terwijl ik daar lag weg te kwijnen in dat stinkhok had ik de hoop op leven al opgegeven. Ik zou er nooit meer uit komen. Maar vanaf het moment dat ik dat gezichtje zag en wist dat hij van mij was, zou ik voor hem vechten. Al werd het mijn dood.
Ik begin te rennen en zal dat doen zolang mijn benen me willen dragen. De auto kan niet snel wegkomen, want het moet eerst nog de drukke straat opkomen. Het lange shirt dat ik draag zit onder het bloed, maar ik blijf rennen. Door de poorten heen, langs de hekken en de straat op. De zon, die ik al zes maanden niet meer heb gezien, verblindt me. Daar staat de auto, net voor een drukke weg.
Ik storm ernaartoe en ruk zonder erbij na te denken de deur van de passagierskant open. De vrouw krijst maniakaal naar me en probeert me weg te duwen bij de baby die op haar schoot ligt.
Ze wil de weg op rijden met de passagiersdeur wagenwijd open en ik die eraan hang. Ja, mijn leven en dat van mijn kind hangt hiervan af. Dan zie ik in de zijspiegel dat er een andere auto van de linkerkant komt. De vrouw die er met mijn baby vandoor wil gaan, wordt afgeleidt door mij en blijft stil staan, midden op de weg.
Ik knijp mijn ogen dicht als de andere auto tegen haar auto opbotst en ik wordt weggeslingerd tegen de muur van een spierwit gebouw aan. Het is het gebouw waar ik op mijn stompjes die men voeten noemt uitgestrompeld ben. De Dame in het Wit, het gebouw waar ik vroeger zo vaak kwam en nu deze afschuwelijke herinneringen aan heb.
Ik zie hoe de ene auto tegen een boom schuift terwijl de andere koprollen maakt over het wegdek. Dat is de auto waar de vrouw in zit die mijn kind heeft gestolen.
Ik voel mezelf wegglippen. Ik heb teveel bloed verloren en ben zo hard met mijn hoofd tegen de muur aan geknald dat ik niet meer overeind kan komen. Het laatste dat ik zie is de rode vloeistof die uit de wagen sijpelt, een arm die door de opening van de passagiersdeur bungelt en mijn baby die eronder in een onmogelijk kronkelende positie op het asfalt ligt.

Erna

Ongecontroleerd hyperventileer ik op dit donzige bed. Deze witte kamer maakt me gek, net als de eentonige kleuren van de kelder in het witte gebouw. Tranen rollen over mijn wangen wanneer ik besef dat alles echt gebeurd is.
Ik trek de slangen uit mijn armen en haal alle medische zooi van mijn lijf. De deken sla ik van me af en ik probeer op mijn voeten te gaan staan. Alle piepjes uit de machines negeer ik. Met behulp van de stang aan mijn bed help ik mezelf vooruit. De vloer is koud terwijl ik vooruit slof richting het bed dat tegenover het mijne staat. Ook daar hoor ik de piepjes uit een apparaat komen dat naast het bed gepositioneerd is. In het bed ligt een vrouw roerloos, gekleed in een witte jurk. Dezelfde vrouw die mijn baby heeft vermoord.
Ik denk niet meer na. Mijn leven is nu voorbij. Zij heeft het vergiftigd, om zeep geholpen, mij geëxecuteerd en mijn baby een doodsvonnis gegeven toen ze hem uit mijn baarmoeder haalde en ermee vandoor ging. Ik zal nu hetzelfde voor haar doen.
Eerst trek ik alle stekkers uit de apparaten en ruk ik de draden en slangen uit haar lijf. Ze reageert niet. Naast haar liggen twee kussens. Ik pak er één op en druk hem ferm op haar misselijkmakende gezicht. Ze spartelt, maar haar armen zitten verstrengeld in de deken dat strak om haar lichaam gevouwen zit. Nee, ik laat haar niet gaan. Net zoals zij mij niet liet gaan, mij liet smeken om mijn leven en het leven van mijn toen nog ongeboren kind. Nee, ik zal haar die vrijheid niet gunnen. Ik zal haar eenzame weg naar de hel bespoedigen met een akelige dood.
Mijn kind zal ik nooit meer terugkrijgen, dit is het enige wat ik voor hem nog kan doen. Een glimlach verschijnt op mijn gezicht wanneer de vrouw in de witte jurk haar laatste adem blaast. Wraak.
Saturday, June 16, 2012 0 comments

Kortverhaal - Vergeten te Leven [Dutch]


Hoi hier is weer een kort verhaal van mij dat ik graag met jullie wil delen. Het was voor een wedstrijd in het genre Fantasy en gaat over Thor. Veel plezier met lezen! 

Vergeten te Leven

Een deken van glazig ijs zat om haar heen gewikkeld. De tijd stond stil en ze was eenzaam. Hoe lang al? Ze wist het niet, maar het deed er niet toe. Wat ze was, of wie ze ook was, het maakte niets uit, want de wereld draaide door zonder haar. Gevangen en alleen, vergezeld door enkel haar eigen gedachtes. Waar, wie of wanneer ze was wist ze niet. Alles leek een illusie.
In de schimmen van haar gedachtes zag ze een man met een hamer in zijn vuist, naast hem een roedel wolven huilend in de striemende sneeuw. Troebel zag ze de man bewegen en gele gloed kwam uit zijn lichaam en reek naar de hemel. Een bliksemschicht spleet de wolken en in de verte klonk de donder.

Een lichte flits verscheen voor haar ogen en verblindde haar. Schokken van warmte en pijn vloeiden door haar bevroren lichaam.
Was die man en zijn wolven niet één van de velen hersenspinsels geweest?
In het ijs dat haar lichaam omhulde verschenen barsten die zich verspreidden als prachtige gevormde takjes aan een boom. Haar borstkast begon op en neer te gaan. De pijn was bijna ondragelijk, maar er was geen terugkeer mogelijk, want de tijd was weer gaan lopen. Ze opende haar ogen en wilde haar longen uit haar lijf schreeuwen, maar geluid penetreerde nog niet door het ijskoude omhulsel.
Zwiepend en draaiend kwam daar een vreemd wapen aangevlogen. De fraai afgewerkte hamer ramde het getornde ijs. Haar lichaam viel als een omgekapte stam naar beneden en voor het eerst in tijden aaide de fluweel zachte sneeuw haar gezicht. Lucht perste zich een weg door haar neus- en mondholte terwijl zij haar gezicht ophief.
Bevrijd.
De gevangenis waarin zij haar eeuwigheid had doorgebracht was gesprongen. De wind streek over haar koude lichaam terwijl ze haar hoofd met moeite omhoog hief. Wazig zag ze voor haar twee grote voeten steeds dichterbij komen.
De grote voeten stopten voor haar weerloze en broze lichaam. Zijn schaduw veranderde de gloed van de sneeuw in een grijze tint waardoor ze kon zien hoe groot de figuur was.
Ze voelde hoe haar armen van de grond kwamen, om haar middel drukte twee armen zich stevig vast. Haar zicht veranderde, want opeens zag ze niet de sneeuw meer, maar de donkergrijze lucht en sneeuwvlokjes die zachtjes neerdaalden op haar blonde haren. De kracht die geleidelijk aan weer terugkwam zorgde ervoor dat ze haar hoofd lichtelijk op kon tillen en haar redder kon bekijken.
Wie was de man die haar uit haar ijsmantel had gehaald?
Ze zag een blonde, oude man, met een gevlochten snor en blauwe vriendelijke ogen. Het bond van zijn harige jas streelde haar wang. Eén van de wolven had de hamer van de grond gehaald en droeg hem in zijn bek terwijl het beest met het roedel in de verte verdween.
De voetstappen van de man maakte een knisperend geluid en hij zakte telkens een beetje weg in de sneeuw. Ondanks dat ze de man helemaal niet kende, voelde ze zich gemakkelijk bij hem. Hij zou haar geen kwaad doen, dat kon ze voelen.
Hoe lang de reis duurde sinds ze bevrijd was uit haar gevangenis, wist ze niet. Ze had geen besef van tijd, geen manier om het te meten en geen idee waar hij haar naartoe zou brengen. Zijn voeten begonnen vaar te minderen en zijn armen begonnen te bewegen. Aan haar rug kon ze de koude grond van de sneeuw weer voelen en wist ze dat hij haar neergelegd had. Zelf had ze geen energie om overeind te komen, dus ze hoopte diep van binnen dat de man wist wat hij deed. De man boog zijn hoofd over haar heen en een traan van zijn wangen viel op haar gezicht. Toen draaide hij om en liep prompt weg.
‘Wacht …’ probeerde ze te zeggen, maar er kwam enkel onverstaanbaar gebrabbel uit, haar mond werkte nog steeds niet.
Daar lag ze, weer alleen in de sneeuw, kijkend naar de sneeuwvlokjes die neerdwarrelde uit de grijze hemel. Ze kon niet lang genieten van de prachtige avond, want haar ogen voelden te zwaar om open te houden. Haar ledematen begonnen synchroon te voelen, alsof haar lichaam één homp werd en alles aan elkaar vastgeplakt zat. Steeds verder voelde ze zichzelf wegzakken tot ze niet meer in staat was na te denken.

Een onbekende geur sloop in haar neus en trok haar uit haar diepe slaap. Om haar heen voelde het warm en ze opende haar ogen en zag dat ze in een zacht bed wakker werd. Ze ging overeind zitten en keek nieuwsgierig rond. Voor haar stond een man gekleed in een maillot en een opgeblazen, zwart pak met gele en rode linten eraan. Zijn glimlach ging van oor tot oor en hij draaide aan zijn dunne, zwarte snor en drukte een bord onder haar neus.
‘Eet maar.’ Zijn tanden waren blinkend wit met een spleetje ertussen. Bijna scheelkijkend keek ze naar hetgeen er op het bord lag, iets dat ongetwijfeld voedsel moest zijn, maar ze had geen idee wat het was. Een paar keer keek ze naar het bord en weer terug naar de man, zich afvragend waar ze was, wie ze was, wie hij was en wat het was dat op dat bord lag. Ze had zoveel vragen, maar durfde ze niet te stellen, uit angst weer teruggegooid te worden in de sneeuw, of erger, opgesloten in die ijzige gevangenis.
‘Toe dan, het is lekker,’ zei hij geruststellend en hij zette het bord op haar schoot. Gefixeerd bekeek ze het voedsel; het leek net een wafel van bloemen. Nieuwsgierig, maar ook twijfelend, pakte ze de wafel op en bracht hem langzaam naar haar mond om er een minuscuul hapje van te nemen. Het was een verrukkelijke combinatie van zoete en zure smaken die op haar tong prikkelden.
De gordijnen werden opengemaakt door de hofmaarschalk, waarna de zon haar bijna verblindde, maar ze kon nu wel de kamer goed bekijken. Het behang was bezet met roze bloemetjes op de ene helft, en was lentegroen op de andere helft. Tegenover haar scheen de zon fel naar binnen door de grote ramen die van de vloer, die bedekt was met een wit tapijt, tot het plafond reken. Voor het raam stond een zwart, houten ding dat gebogen was aan verschillende kanten en ervoor stond een krukje. Ze herkende het niet en was er erg nieuwsgierig naar. Terwijl ze at, bekeek ze het tafeltje naast het bed, waar een apparaat op stond dat tikkende geluiden voortbracht en waar elke zoveel seconden een wijzer van plek verplaatste.
De man kwam naar haar toe nadat hij even had gewacht bij het gordijn en geïntrigeerd uit zijn ogen te hebben gekeken. Het leek alsof hij haar, bij elke hap die ze nam, bestudeerde en zocht naar iets bekends.
‘Weet je waar je bent?’
Ze schudde voorzichtig haar hoofd, twijfelend of ze wel verder mocht eten.
‘Dit is het kasteel van de hertog, heer Ferdinand,’ zei hij en hij begon met een stoffer het kastje naast het bed zorgvuldig af te gaan. ‘We vonden je in de sneeuw, je lag buiten de stad, dat is echt vreemd. Niemand gaat ooit buiten de stad.’ Zijn stoffer ging langs alle hoekjes en gaatjes van het bed. Ze keek hem benieuwd aan en nam het laatste hapje van haar wafel.
‘Zeg … hoe heet je eigenlijk?’ vroeg de hofmaarschalk nieuwsgierig. Geschrokken van de vraag keek ze hem, nog kauwend, bedenkelijk aan.
 ‘Je hoeft niet te antwoorden hoor, als je dat niet wil.’ Hij rommelde wat in de zakken van zijn pak en haalde er een gouden belletje uit.
‘Wat was er met je gebeurd? Waarom lag je daar in de sneeuw, helemaal alleen?’ vroeg hij, terwijl hij het belletje heen en weer schudde. De deuren werden geopend en er kwam een dik, donker vrouwtje binnen met een enorme bos krullen.
Wederom keek ze de man aan, maar de behoefte om iets te zeggen kwam niet. Kon ze wel wat zeggen? Ze wist niet eens wat.
‘Durf je niet te praten?’ Tegelijkertijd wees hij met zijn vinger naar het bord waarna de dienstmeid die net binnengekomen was het oppakte van het bed en weer de deur uitliep.
De man bleef haar verbaasd aankijken en kwam dichterbij staan.
‘Je wilt echt niets zeggen, hè?’ Hij kwam naast haar op het bed zitten. Ze schudde nog een keer haar hoofd en wees toen naar het houten ding dat bij het raam stond.
De hofmaarschalk draaide zijn hoofd naar het ding en toen weer terug naar haar en glimlachte zachtaardig.
‘Hm … kom maar.’ Hij stond op en gebaarde met zijn handen dat ze op moest staan. Enthousiast pakte ze zijn uitgestoken handen beet en liet zich uit het hoge bed trekken. De beige nachtjapon streelde haar huid en de vloer voelde zacht aan onder haar voeten. Het was een heerlijk gevoel.
De hofmaarschalk liep met haar mee naar het ding. ‘Dit is een Piano. Ken je die?’ Haar hand liet hij los en hij duwde een houten beschermlaag op de piano omhoog waardoor er witte streepjes zichtbaar werden.
‘Kijk,’ hij ging met zijn vinger over de strepen. ‘Hier maken ze muziek mee. De vader van de hertog heeft hem ooit meegenomen van een andere planeet. Het is een eigenaardig ding, niet zoals de instrumenten die wij hebben.’ De man pakte het krukje beet, schoof het wat naar achteren en drukte op de strepen. Opeens hoorde ze een bekend geluid dat haar een warm gevoel gaf van binnen. Het leek net alsof de noten telkens als een hartslag op en neer gingen in haar oren.
‘Ga maar eens zitten.’ Hij trok haar naar het krukje toe en duwde haar naar beneden, daarna legde hij haar vingers op de strepen.
‘Toe maar.’
Ze drukte haar vinger omlaag en hoorde toen weer die mooie klank die ze daarnet ook had gehoord. Het voelde zo vertrouwd en klonk zo puur. Ze drukte nog meer toetsen in en nog meer en voelde het ritme tot op haar botten toe.
Muziek, het was mooi en vulde haar lege ziel.
Het geluid werd steeds weldadiger, omdat ze meer vingers gebruikte.
‘Wat …hoe kan dit? Hoe weet je hoe je dit moet bespelen? Het is nog nooit eerder iemand zo goed gelukt!’ riep de hofmaarschalk met zijn handen op zijn hoofd.
‘Dit is … prachtig, fantastisch!’ Zijn handen zwaaiden in de lucht en het leek alsof hij pirouettes van blijdschap aan het draaien was. Toen stormde hij de kamer uit.
De noten kwamen bij haar in haar hart en ineens begon ze zich weer dingen te herinneren. Deze kamer, ze kende hem al, deze piano, ze wist hoe ze hem moest bespelen, haar verleden.
‘Moet u zien!’ schreeuwde de hofmaarschalk en hij kwam binnen met een welgeklede, blonde man, waarschijnlijk de hertog. Beiden bleven ze achter haar staan, hun adem voelde ze in haar nek neerdalen.
‘Zou het kunnen …’ mompelde de hertog. Ze stopte heel even met spelen en keek naar hem om te zien wie het was die haar beoordeelde. Hij droeg een rood gestreept pak met een wit maillot eronder en had net zo’n gekrulde snor als de hofmaarschalk.
‘Speel maar door,’ beval hij en ze draaide zich weer om. Het gaf niet, want ze vond het erg fijn om het ding te bespelen. De man ging bij het raam staan voor de piano en keek haar streng aan. Telkens als ze de witte strepen indrukte zag ze hoe de noten als kleuren uit de piano schoten. Één van de verwelkte bloemen in de pot bij het raam begon weer te bloeien door de pastelkleuren van de muziek.
De mond van Ferdinand viel alsof hij door de zwaartekracht getrokken werd naar beneden. Met zijn ogen wijd open keek hij naar haar en voelde aan de bloemen in de pot.
‘Dit is …ongelofelijk! Breng haar naar buiten, onmiddellijk! En neem dat ding mee!’ riep hij overweldigend hard. Meteen kwam de hofmaarschalk in actie en ringelde weer aan zijn belletje. Nu kwamen er een aantal mannen door de deur heen gestormd als koeien. Ferdinand zelf hielp haar overeind van het krukje en escorteerde haar naar de deur, de mannen achter hen tilden de loodzware piano op. De hofmaarschalk galoppeerde voor hen en vertelde ze waar ze het naartoe moesten brengen.
‘Ik dacht dat het niet waar was, maar hij sprak toch de waarheid,’ vertelde de hertog terwijl hij naast haar liep. Voor haar zag ze een grote hal met overal tafeltjes met bloemen erop, aan de wanden grote ramen net als in haar kamer en in het midden twee trappen, één naar links en één naar rechts. Er tussenin hing een groot schilderij van een man.
Ferdinand wilde haar meenemen, maar ze bleef prompt stilstaan in het midden van de hal en keek aandachtig naar het schilderij. Iets in het gezicht van de man die erop stond herkende ze. Naast hem stond een vrouw, in een glanzende, gele jurk met glitters erop en een verentooi op haar haren.
‘Dat zijn mijn vader en moeder. Mijn vader bracht de piano mee van één van zijn verre reizen. Hij is tien jaar geleden gestorven. Ooit vertelde hij me dat hij niet eens van mijn moeder hield, maar van een andere vrouw. Hij wilde bij haar blijven, maar dat mocht niet, want hij was uitgehuwelijkt aan mijn moeder en daarom moest hij die vrouw verlaten.’
‘Guy,’ zei ze plotseling. De ogen van de man werden groter en zijn wenkbrauwen fronste hij.
‘Wat zei je?’ Hij bukte voor haar en keek haar geschrokken aan. ‘Hoe weet je hoe hij heet?’
‘Mijn geliefde,’ antwoordde ze en ze liep naar het schilderij en aaide het doek en zijn bladderende stukjes. Alle herinneringen kwamen langzaam weer op hun plek.
‘Dus het is waar, jij bent het! Jij bent diegene waar hij het al die tijd over had. De vrouw met de magische vingers,’ enthousiast pakte hij haar hand en trok haar mee door het kasteel de deur uit. Buiten was het koud, maar dat was niet wat haar opviel. Over het gehele terrein, dat zo groot was als vijftien kastelen, zat een waas die schitterde in de zon. Het leek op een schil van een doorzichtige appel, een luchtbel zoals je die in een bubbelbad had.
‘De beschermkoepel,’ zei hij en hij wees naar de bol die om het gehele stuk land heen zat.
‘Het beschermt ons tegen de sneeuw en de beesten.’ Toen keek hij naar haar terwijl ze rilde van de kou. De lakeien en bediendes kwamen naar buiten gestormd met de piano en extra dikke kleren die ze aan moest trekken, gelukkig hadden zij daar wel aan gedacht. Ze trokken een vest over haar heen en stopte haar voeten in dikke, leren schoenen.
De groep liep in zijn geheel naar het uiterste van de bol, waar de rand de bodem van de grond raakte. Daar zat een glazige deur. De hertog pakte een setje sleutels uit de zak van zijn pak en stopte er eentje in de deur en sloeg hem open. Nu werd het nog kouder en de ijzige wind kwam door de bubbel heen geblazen. Met moeite droegen de bediendes de piano door de grote deur en zette hem neer, net buiten de beschermde koepel.
‘Dit heb ik gedaan, hè?’ vroeg ze en ze keek naar de sombere sneeuwvlokken die uit de hemel neerdaalde op de bevroren grond.
‘Ja,’ antwoordde hij. ‘Er zijn geen bomen meer buiten de koepels. Niets is er nog over. Zelfs de dieren sterven uit.’
Ze knikte. Eindelijk begreep ze alles weer. Hoe lang het ook geleden was, nu was alles weer helder, zoals de glazen schil waar ze net uit was gekomen. Ze liep door de krakende sneeuw naar de piano, ging op het krukje zitten en drukte herhaaldelijk op de toetsen.
Het begon op te houden met sneeuwen, telkens als ze het ritme uit haar vingers liet vloeien, begonnen er steeds meer vlokjes te smelten voor haar ogen. De wolken verdwenen voor de zon die weer doorbrak en de sneeuw die langzaam plaatsmaakte voor een zachte zandgrond.
Haar geliefde die haar had verlaten voor een andere vrouw, althans dat dacht zij, was de reden voor haar tirannie op deze wereld. Zij had de oorlog verklaard met deze planeet, hem verwoest, besneeuwd en groenloos gemaakt. Uit verdriet was ze vergeten wat het leven was. De vreugde, de muziek, de dans. Haar verdriet was hetgeen dat haar opgesloten had in de ijzige gevangenis, gemaakt van tranen.
Grassprietjes ontsprongen uit de grond en bloemen begonnen weer te groeien. De bomen ontwaakten uit hun diepe slaap en de verdorde, bruine kleur maakte plaats voor een donkergroene gloed.
Nu was ze weer compleet. Hij had wel van haar gehouden.
Deze wereld zou zij weer goed maken, want het was haar schuld geweest dat hij zo was geworden. Al het leven groeide weer terug, binnen en buiten de koepel en de sneeuw en somberheid verdwenen van het land.
Toen kwam er een figuur uit de verte op hen afgelopen. Nieuwsgierig en oplettend bekeek ze de man die op haar af kwam. Zijn blonde baard en harige kleren hadden verraden wie hij was.
Ze stond op van het krukje en rende naar hem toe. Haar armen sloeg ze stevig om zijn middel en een traan ontglipte haar ogen.
‘Vader …’ zei ze zachtjes en hij aaide haar gezicht.
‘Je moest eerst je geheugen terug krijgen, voor je weer terug kon komen,’ zei hij en hij knuffelde haar stevig. ‘Kom, dan gaan we naar huis.’
Ze draaide zich nog eenmaal om naar de vriendelijke hertog en zijn bediendes. Haar glimlach was niet aan velen besteed en duidde aan dat zij hen erg dankbaar was voor de herinneringen die ze haar hadden teruggegeven.
‘Bedankt ….godin Freya,’ zei de hertog naar haar terwijl haar voeten van de grond loskwamen. De hofmaarschalk zwaaide lieflijk toen ze voor het laatst naar hem keek voordat ze in de wolken verdween.
Vrij.

Wednesday, May 23, 2012 0 comments

[Dutch] Regen

Druppels rollen als strengetjes haar over het raam, zoveel dat je nauwelijks naar buiten kunt kijken. Het lijkt wel alsof de wolken zijn opengebarsten, want het regent zo hard dat de straten binnen tien minuten blank staan. Zonnig was het voorheen, nu is er een zwaar bewolkte hemel waar de donder doorheen galmt.
Treurig staan de bomen erbij, ondanks het feit dat het voor hen nu juist hun voer, nee hun leven betekend. Ik ben het gewoon. Mijn menselijke gevoelens weerspiegel ik op de natuur die dat soort dingen niet eens kent.
Eigenlijk is neerslag niet somber. Wij zijn het, die gedeprimeerd worden van de regen. Water is leven, het is onherroepelijk, het zit in ons en de wereld heeft het nodig. We zouden eens wat meer moeite moeten doen de fraaiheid van regen in te zien en ons beseffen dat het alom bekende gezegde toch waar is; na regen komt altijd zonneschijn. Ook al was het vandaag toch echt andersom.

S.P. van der Lee
Thursday, March 22, 2012 0 comments

Addition to my Blog

 Hi everyone!

I haven't been posting alot lately, but that is due to the fact that I have immense homework assignments. I have so little energy left that I barely have the time to even think straight, let alone in English. LOL.

On to the fun part though, I won't be doing an "Uncommon Question" today, rather an "Uncommon Tip".

I have been busy with a different website which allows me to share quick messages, videos, images and more with you. I incorperated that website into this blogspot website, so that you can easily get from here to there.
You can find the link in the menu, which now has a "Home" button and a "Quote's, Random Chat & Tips" button as well. This is where you will find the new website.

Here is also a link to it:
http://earthlady.tumblr.com/
This is where you will find the "Uncommon Tip", with the subject "How to get creative".

I will regularly be posting Motto's of the Day's, Quote's, tips and maybe more on there. So be sure to check it out!


Don't forget: Love yourself!

S.P. van der Lee
 
;