Thursday, June 13, 2013 0 comments

Kort Verhaal - Verloren schaduw

Ze zou nooit die dag vergeten. Die ene warme, zonnige dag dat Madelief met haar vriendje Patrick ging spelen en ze hem meenam naar de straat. In haar handjes hield ze een bal, bedoeld om mee te stoepranden. Patrick was haar beste vriendje. Elke ochtend stond ze vroeg aan zijn deur om hem mee op stap te nemen. Samen beleefden ze de leukste avonturen en hadden ze de grootste lol. De andere meisjes in de klas vonden het maar stom dat ze met een jongetje omging, maar Madelief trok zich er niets van aan. Patrick was veel leuker.
‘Kom, we gaan spelen,’ zei Madelief en ze trok Patrick aan zijn handje mee door de poort van zijn tuin. De weg lag vlak langs zijn huis.
‘Gaan we weer stoepranden?’ vroeg Patrick en hij huppelde over het pad waarbij hij sommige stenen oversloeg.
‘Ja,’ antwoordde Madelief en ze ging meedoen.
‘Ik heb daar geen zin aan,’ zei Patrick.
Madelief tuitte haar lippen en bleef staan. ‘Maar wat gaan we dan doen?’
‘Weet ik niet,’ antwoordde Patrick. Hij ging op de rand van de stoep zitten, met zijn voetjes op de straat.
Madelief nam naast hem plaats, legde de bal demonstratief naast haar neer en zuchtte. Ze keek naar haar schaduw die op de grijze straat pikzwart leek dankzij de felle zon.
‘Hé, ik weet wat,’ riep ze. ‘Laten we over onze schaduw heen springen!’ Madelief stond op.
‘Dat kan helemaal niet!’ riep Patrick.
‘Jawel, kijk maar,’ zei Madelief en ze begon te springen. Telkens hupste ze een stukje verder de straat op. Met haar ogen gericht op de vloer bleef ze naar de schaduw onder haar voetjes staren en probeerde eroverheen te springen. Het duurde wel heel lang. Maar opeens, toen ze de overkant bereikt had, verdween de schaduw. Voor haar stond een overkoepelende boom.
‘Zie je nou wel!’ riep ze en ze zwaaide naar Patrick die nog aan de andere kant van de weg stond. ‘Kom!’ riep ze.
‘Nee!’ riep Patrick terug en hij sloeg zijn armpjes over elkaar.
‘Je durft zeker niet, hè? Bangerik.’
‘Ik ben helemaal niet bang!’ Patrick stampte met zijn voeten. Toen sprong hij de weg op.
Maar er was geen schaduw meer. Getoeter, geschreeuw, een doffe bons. De motorkap was ingedeukt, de ruit aan diggelen.
Bloed vulde de straten en tranen rolden over de wangen van Madelief, toen ze besefte wat ze gedaan had.
Er was geen Patrick meer.


 
;